Profetie in de Bijbel

Profetie

144.000 joden worden verzegeld

Openbaring 7:1-8 | Webmaster3 | ingevoerd: 12-05-2015 | gewijzigd: 12-05-2015
Profeet: Johannes | Geadresseerde: christenen
Trefwoorden: zegel, engelen, joden, stammen

Samenvatting

Vijf engelen brengen een zegel aan op 144.00 joden. Ze zijn daarna onkwetsbaar voor de oordelen die over de aarde komen.

Bijbeltekst

1 Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom.
2 En ik zag een andere engel opkomen van waar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen,
3 en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.
4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.
5 Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld,
6 uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld,
7 uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issaschar waren er twaalfduizend verzegeld,
8 uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld.

Uitleg

In dit hoofdstuk beschrijft Johannes dat hij vijf engelen ziet. Vier houden op de vier hoeken van de aarde de winden tegen. Ze voorkomen daarmee dat er schade wordt toegebracht aan de aarde de zee en de bomen. Een vijfde engel komt uit van waar de zon opkomt (het oosten) met het zegel van de levende God. Hij roept de andere vier engelen op de dienaren van God aan hun voorhoofd te verzegelen.

Wie zijn deze dienaren?
Het zijn 144.000 joden. In vers 4 lezen we namelijk dat ze uit alle stammen van Israël komen. Daarna worden twaalf stammen een voor een genoemd: Juda, Ruben, Gad, Aser, Naftali, Manasse, Simeon, Levi, Issaschar, Zebulon, Jozef en Benjamin. Van elke stam worden twaalfduizend mensen verzegeld.
Ondanks dat, geloven sommigen dat het om gelovigen uit de heidenen gaat. Deze gedachte vloeit voort uit de vervangingstheologie, waarbij de kerk in de plaats van Israël is gekomen. Hier lijkt het toch echt om joden te gaan. Vanaf vers 9 wordt namelijk een andere groep beschreven die vele meer de kenmerken van de wereldwijde gelovigen heeft: "een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen".

Wat voor kenmerken hebben ze?
In dit hoofdstuk noemt de engel die het zegel in de hand heeft ze "de dienaren van onze God".
In Openbaring 14 zien we de 144.000 samen met het Lam op de berg Sion. Hier leren we meer over deze gelovigen:
- Ze zingen een lied dat niemand kon leren behalve zij "die van de aarde gekocht waren".
- Ze zijn niet met vrouwen bevlekt, ze zij zijn maagden.
- Ze volgen het Lam, war het ook naartoe gaat.
- Ze zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam.
- In hun mond is geen leugen gevonden, ze zijn smetteloos voor de troon van God.

Wat geeft het zegel aan?
Het zegel is een teken van eigendom. Het geeft aan dat ze bij God horen.

Wat voor nut heeft het zegel?
De mensen met het zegel zijn onkwetsbaar voor de oordelen die volgen. Ze zullen het duizendjarig koninkrijk binnengaan zonder dat ze de dood gezien hebben. In Openbaring 9:4-6 wordt gesproken over sprinkhanen die iedereen helse pijn bezorgen, behalve de mensen die het zegel van God op hun voorhoofd dragen.

Vervuld: nee

De 144.000 joden zijn nog niet verzegeld.

Opmerkingen

Opmerkelijk is de samenstelling van de lijst van twaalf stammen. Dan en Efraïm ontbreken in de lijst. In hun plaats worden Jozef en Manasse genoemd. Bijbelkenners speculeren al eeuwen over de vraag waarom Dan en Efraïm ontbreken. Efraïm ontbreekt mogelijk omdat die stam als een zeer zondig volk omschreven wordt in Psalm 78:9-11 en Hosea 4:17, 5:9 en 7:8-11. Kerkvader Irenaeus veronderstelt dat Dan weggelaten is, omdat daaruit mogelijk de antichrist zal voortkomen.