Edom wordt een vernietigende slag toegebracht
Profeet: Jeremia | Geadresseerde: Israël
Trefwoorden: Edom, oorlog, venietiging
Samenvatting
Jeremia profeteert uitgebreid over een vernietigende slag die Edom wordt toegebracht.
Bijbeltekst
Zo zegt de HEERE van de legermachten:
Is er geen wijsheid meer in Teman?
Is de raad van verstandige mensen vergaan?
Is hun wijsheid overbodig geworden?
8 Vlucht, keer u om, verblijf in diepgelegen plaatsen,
inwoners van Dedan!
Want Ik heb de ondergang van Ezau over hem gebracht,
de tijd dat Ik hem straf.
9 Als er druivenplukkers bij u komen,
laten zij dan geen nalezing over?
Als er dieven in de nacht komen,
zouden zij dan geen verderf aanrichten tot zij genoeg hebben?
10 Ik echter, Ik zal Ezau ontbloten,
Ik zal zijn verborgen plaatsen blootleggen,
zodat hij zich niet kan verstoppen.
Zijn nageslacht wordt verdelgd, evenals zijn broers
en zijn buren – en hij is er niet meer.
11 Laat uw wezen achter, Ík zal hen in het leven behouden,
en laten uw weduwen op Mij vertrouwen.
12 Want zo zegt de HEERE: Zie, zij die niet verdienden om de beker te moeten drinken, moeten hem beslist drinken. Zou u dan in enig opzicht voor onschuldig gehouden worden? U zult niet voor onschuldig gehouden worden, maar u moet hem beslist drinken!
13 Want Ik heb bij Mijzelf gezworen, spreekt de HEERE, dat Bozra zal worden tot een verschrikking, tot smaad, tot een verwoeste plaats en tot een vloek. Al zijn steden zullen tot eeuwige puinhopen worden.
14 Ik heb een bericht gehoord van de HEERE,
een gezant is uitgezonden onder de heidenvolken:
Verzamel u, kom ertegen op,
sta op voor de strijd!
15 Want zie, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenvolken,
veracht onder de mensen.
16 De schrik voor u heeft u bedrogen,
de overmoed van uw hart,
u die woont in rotskloven,
u die zich vastklemt aan hoge heuvels.
Al zou u uw nest zo hoog maken als de arend,
vandaar zal Ik u neerhalen,
spreekt de HEERE.
17 Edom zal worden tot een verschrikking. Ieder die er voorbijtrekt, zal zich ontzetten en sissen van afschuw over al zijn wonden.
18 Zoals Sodom, Gomorra en hun naburige plaatsen ondersteboven zijn gekeerd, zegt de HEERE, zal daar niemand wonen en zal geen mensenkind erin verblijven.
19 Zie, zoals een leeuw zal hij opkomen
uit de trots van de Jordaan, tegen de sterke woonplaats;
want in een ogenblik zal Ik hem eruit doen wegsnellen.
En wie daarvoor uitgekozen is, zal Ik erover aanstellen.
Want wie is Mij gelijk en wie zou Mij dagvaarden?
En wie is die herder dat hij voor Mijn aangezicht standhouden zou?
20 Daarom, hoor het raadsbesluit van de HEERE
dat Hij over Edom genomen heeft,
en Zijn plannen die Hij bedacht heeft
tegen de inwoners van Teman:
Voorwaar, de geringsten van de kudde zullen hen wegslepen!
Voorwaar, men zal hun woonplaats boven hen verwoesten!
21 Van het geluid van hun val beeft de aarde,
het geschreeuw – bij de Schelfzee wordt het geluid daarvan gehoord.
22 Zie, als een arend stijgt hij op, komt hij aanzweven, spreidt hij zijn vleugels uit over Bozra. Het hart van de helden van Edom zal op die dag zijn als het hart van een vrouw in barensnood.
Uitleg
In deze verzen profeteert Jeremia uitgebreid over het lot dat Edom wacht. Edom is de streek waar de nazaten van Ezau gingen wonen. Op veel kaartjes staat het aangegeven als het huidige Jordanië, maar Walid Shoebat heeft sterke aanwijzingen dat het gebied zich van Jordanië tot ver in het Arabisch schiereiland uitstrekt. De plaatsen Teman en Dedan die in deze verzen genoemd worden, liggen in Saoedi-Arabië. Overigens wordt in deze profetie niet alleen over het nageslacht van Ezau gesproken, maar ook over "zijn broers en zijn buren".
Enkele opmerkelijk zaken in deze profetie:
- Inwoners van Dedan wordt geadviseerd te vluchten of in diepgelegen plaatsen te schuilen.
- De steden van Bozra zullen tot eeuwige puinhopen worden. Ze zullen worden omgekeerd, net als Sodom en Gomorra ooit. Niemand zal er meer wonen of verblijven. Van Genesis 19 weten we dat Sodom en Gomorra getroffen werden door zwavel en vuur dat op de steden en omliggende plaatsen neerdaalde.
- Mensen die langs Edom komen zullen verafschuwd zijn over de wonden die zijn toegebracht.
- De aarde zal beven van het geluid van de val van Edom, en het geluid ervan is bij de Schelfzee te horen. De Schelfzee is de zee waar het volk Israël ooit doorheen liep, achternagezeten door de farao van Egypte (waarschijnlijk gaat het om de Golf van Aqaba).
- Vers 19 beschrijft waarschijnlijk waar de vernietiging van Edom vandaan komt: "zoals een leeuw zal hij opkomen uit de trots van de Jordaan" en "in een ogenblik zal ik hem eruit doen wegsnellen". We lezen ook dat degene die voor dit wapen verantwoordelijk is, aangesteld is door God. Dit klopt met wat in Ezechiël 25:14 staat. Ook daar lezen we over de wraak die God oplegt aan Edom en dat dat gebeurt door de hand van "Mijn volk Israël".
- Aan het eind van deze profetie lezen we hoe de vernietiging eruitziet: als een arend stijgt hij, spreidt hij zijn vleugels uit over Bozra. Het moet een angstwekkend gezicht zijn: "het hart van de helden van Edom zal op die dag zijn als het hart van een vrouw in barensnood".
Vervuld: nee
Het gebied is nog niet op deze manier een zware slag toegebracht.
Opmerkingen
Het is fascinerend hoe Jeremia in de zesde of zevende eeuw voor Christus beschrijft wat er tegenwoordig met massavernietigingswapens aan te richten is.
Gerelateerde profetieën
Israël zal Edom aanvallen (Ez. 25:12-14)
Edom staat een zeer zware straf van God te wachten (Jes. 34)
Het Seïrgebergte en de rest van Edom worden verwoest (Ez. 35:1-15)
God verslaat tegenstanders van Israël in Teman (Hab. 3)